Het leven van Fokke Remmers en Geppien Moorlag als echtpaar
Fokke Remmers en Geppien Moorlag trouwden op 27 april 1875.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Tekst van de huwelijksakte uit archief in Groningen 1873-1882
Vlagtwedde No 14:
Remmers Fokke en Geppien Moorlag 27-4-1875
Op heden den 27-4-1875 is een huwelijk aangegaan aan de ene zijde Fokke Remmers
27 jaren. Beroep Blikslager. Geboren te Diele (Pruisen). Wonende te Bourtange,
Gemeente Vlagtwedde, meerderjarige zoon van Elizabeth Remmers (overl.) Ter
andere zijde: Geppien Moorlag oud 22 jaren beroep zonder. Geboren te Vlagtwedde
en wonende te Bourtange Gemeente Vlagtwedde, minderjarige dochter van Hero
Moorlag van Beroep Landbouwer en van Jantje Everts Staats, zonder beroep, beiden
wonende te Bourtange te ondertrouwd de 18-4-1875.
De getuigen waren:
Harm Bruinig 26 jaren oud, Landbouwer, wonende te Vlagtwedde.
Gerhardus Garrelt Garrelts, oud 47 jaren, van beroep bakker, wonende te
Vlagtwedde. Johannes Godefridus Ottenhoff oud 30 jaren van beroep koopman,
wonende te Vlagtwedd Cornelius Karsien van Oosten oud 26 jaren, van beroep
klerk, wonende te Vlagtwedde, zijnde de le getuige neef der Bruid en de overige
getuigen noch bloed noch aanverwant van de Comparanten.
De ondergetekenden zijn: H. Bruining, G.G. Garrelts, J.G. Ottendorff, C.K.van Oosten,
F. Remmers, G. Moorlag, H. Moorlag, J.E. Staats.
Aanvraag en verlening vergunning voor de opening van een blikslagerij te
Vlagtwedde in 1880
Het echtpaar vestigde zich in een oud huis in Vlagtwedde, dat gekocht was van de
familie Rijns. Het lag tussen wat nu de Wilhelminastraat is en de Ruiten Aa.
Bij het huis waren 2 stukken grond van 15,8 are en 25,3 are. De koopprijs
bedroeg f 900,-
Onderstaand de koopakte en een tweetal hypotheekberichten
Koopakte huis Klik op de afbeelding voor een vergroting
FR begon hier zijn vak uit te oefenen.
9. Waarschijnlijk begon GM hier al vrij spoedig met haar
winkel in grutterswaren.
Het gezin probeerde zoveel mogelijk in eigen behoeften te voorzien. In de tuin
werden groenten en aardappelen verbouwd en vruchtbomen geplant. Dieren werden
gehouden voor eieren, melk en vlees.
Al vrij spoedig had men de beschikking over de Weite, een stuk land tussen
Vlagtwedde en Boertange.
9. Waarschijnlijk werd het eerst gepacht, o.m. van de kerk en
toen gekocht. Hier werd eerst turf gegraven en later, na ontginning, vee geweid.
In het oude huis werden de oudste 6 kinderen geboren.
Na 12 1/2 jaar, toen Leentje een paar weken oud was, en FR juist de hele dag
naar de jaarmarkt was, brandde het huis af. Derk (4 jaar) had met lucifers
gespeeld.
Dichter bij de straat werd een nieuw, nu nog bestaand huis gebouwd. Hierin
werden de jongste 4 kinderen geboren.
Er moest zeer hard gewerkt worden, door het hele gezin om in het onderhoud te
voorzien.
De kinderen bezochten de openbare lagere school in Vlagtwedde en kwamen daarna
thuis om mee te helpen. De jongens gingen bij vader in de leer, de meisjes bij
moeder. De meisjes hebben bovendien nog hard meegewerkt op het land.
GM met haar 3 oudste kinderen Jantje, Hero en Betsie in 1881
Alles wat mogelijk was werd aangepakt.
10.1 De kinderen mochten alles leren. Degene, die niet
wilde, kon thuis helpen, want duvelstoejager voor een ander worden was er niet
bij. Dat gold waarschijnlijk later, toen het gezin welvarender was.
De oudste kinderen werkten keihard mee. Er was ook meer dan genoeg werk. Men had
de tijd mee. Enerzijds was het in politiek opzicht een kalme tijd, anderzijds
was het een dynamische tijd. Er werd land verveend en ontgonnen fabrieken werden
gebouwd, wegen aangelegd.
Het was een tijd van grote technische vooruitgang.
Het aantal inwoners van de gemeente Vlagtwedde groeide hard. Waren er in 1875
ca. 4000 inwoners, in 1889 waren er 5247, in 1900 6283, en in 1914 9615, in 1920
11507 en in 1940 15312. Daarbij komt dat tijdens de oorlog 1914-18 de
grensstreek daar flink van profiteerde.
De familie Remmers heeft hiervan een graantje meegepikt, welverdiend.
Nog zijn er heel wat verhalen uit die tijd. FR werkte liefste dag en nacht. Soms
maakte hij 's nachts akers of maten.
4.4. De meisjes moesten die dan overdag uitventen. .
Behalve koper-,blik-,en zinkwerker was FR boer, vervener en trok hij kiezen. De
fiets werd uitgevonden. Hij ging zich eerst toeleggen op het repareren van
fietsen en ze toen daarna zelf produceren.
4.1 Zelfs uit Duitsland kwamen mensen op fietsen, met een
klein en een groot wiel, om hun fietsen te laten nakijken door hem. Dit gebeurde
vaak op zondag.
9. Het produceren van fietsen moet rond 1900 begonnen zijn.
Karsien kan zich namelijk de winkel in grutterswaren herinneren, die toen
veranderd werd in fietsenwinkel. Kachels repareerde en verkocht hij ook.
Jantje, inmiddels al 24 jaar oud, was de eerste, die het huis uitging om een vak
te leren.
1.1 Dit mocht als beloning voor het harde werken voor haar
ouders, o.a. land ontginnen. De dokter had de vroedvrouwenschool in Rotterdam
aanbevolen. Er was een tekort aan vroedvrouwen in Westerwolde. De onderwijzer
van de school in Vlagtwedde bereidde haar erop voor.
FR bracht zijn dochter naar Winschoten. Haar bagage zat in een door hem zelf
getimmerde kist (nu in het bezit van 1.1.1) en die stond
weer op een door hem zelf gemaakte fiets. Zo liepen FR en zijn dochter Jantje
naar Winschoten. Vandaar reisde Jantje naar Rotterdam.
9. Ze was in Rotterdam in de kost en kwam nog maar 1 a 2 x
p.j. thuis.
10.1. Eppie, 23 jaar jonger dan haar oudste zuster,'/herkende haar dan niet en
vroeg aan hïaar moeder wie die juffrouw was.
Jantje vestigde zich na haar opleiding als verloskundige in Ter Apel. Een zekere
Bernardus van Wijk begon haar daar het hof te maken. Jantje, die er waarachtig
wel de leeftijd voor had, ging er grif op in en de zaak was snel beklonken.
Dochters afstaan is nooit een sterk punt geweest van FR en verschillende zijn er
voor het kantongerecht getrouwd.
Van Wijk moest de spits afbijten en heeft zich toen en later niets
aangetrokkenTvan streken van zijn schoonvader. Op zijn schoonmoeder raakte hij
zeer gesteld. Hij kreeg overigens gewoon toestemming om zijn Jantje te trouwen,
al was hij dan een (gehate) ambtenaar.
Jantje en Bernardus trouwden in 1905. In 1906 werd het eerste kleinkind uit dit
huwelijk Wilhelmina Carolina Eppina (roepnaam Mientje), geboren. GM heeft altijd
reuze schik in deze kleindochter gehad en tot op hoge leeftijd een'hechte band
met haar onderhouden.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Tekst:
"Waarde Jantje Mina en leentje
alles is hier wel wij hebben
veel plijzier met elkaar en
Mientje is zoo vlug mogelijk
ze is hier al helemaal gewent
Ze roept opa koffiedrinken zij
voert de duiven en zij heeft
schik dan aanteen dan aan ander
nu moet gij zoo gauw moge
komen
wanneer komt gij mina en leentje
aanstaande zondag een week
zeg het maar tegen hero
nu gegroet van allen Moeder"
brief uit Vlachtwedde, 17 Juni 09
Deze foto moet in 1906 genomen zijn, aangezien Mien van Wijk nog een zuigeling
is. Klik op de foto voor een vergroting.
De familie is duidelijk in goede doen: zelfbewust en goed in het pak. De oudste,
Jantje, houdt trots het eerste kleinkind vast. De benjamin, Eppie, is 7 1/2 jaar
oud.
Waarschijnlijk zijn de kinderen gewoon op een rij gezet: vlnr van oud naar jong.
Eppie en Karsien vooraan.
De familie van Wijk woonde in Ter Apel, waar Jantje gewoon haar praktijk bleef
uitoefenen. Het was heel handig dat Mine en
Leentje tegenover haar kwamen wonen, want de 2 zusters hielpen flink bij de
opvoeding van de kleine Mientje.
Mine en Leentje hadden een naaischool in Ter Apel en deden naaiwerk voor
anderen. Het naaien hadden ze bij moeder thuis geleerd.
Fokke Remmers kocht in 1903 grond van de weduwe van Willem Kuiper Geertje Kranz?
Het betrof 2,73 are voor de prijs van f 82,80
In 1910 werd een stuk woeste grond "de Poldert"(door sommige familieleden wel de
"Pallert") genoemd, te Stakenborg gekocht.
de Pallert, in 1924
9. De grond bestond' uit gewone heidegrond d.w.z. zandgrond
met bovenop een laagje heidehumus. Het werd in de loop van de jaren ontgonnen,
't meeste niet door de familie, maar door anderen. Er werd eerst alleen maar een
schuur gebouwd.
In 1912 werden 2 stoomlocomobiles en 2 dorsmachines gekocht voor de verhuur.
Hero en Derk werkten ermee, de vader zorgde voor de bestellingen.
Leentje trouwde met Roelof Dijks en. Mine met Gerhardus Wilken. Hero en Betsie
waren nog thuis bij hun ouders, ongetrouwd.
In 1915 werden het 2e en 3e kleinkind geboren: het zoontje van Leentje en Fokke
Wilken.
Grietje bezocht de normaalschool in Winschoten om onderwijzeres te worden.
Ze raakte er verloofd met een Duitse tandarts, Hans Blum, die later sneuvelde in
de eerste Wereldoorlog. Later raakte ze tegen de zin van haar ouders verloofd
met de r.k. Carel v.d. Leur, en trouwde met hem.
Derk trouwde met Jantien Draaijer en werd machinist op de tram in Winschoten. In
1917 werd het 4e kleinkind Fokko Remmers geboren.
In 1917 werd ook het 5e kleinkind Herman Wilken geboren.
In 1918 trouwde Hero met Johanna de Groot. Het jonge paar ging in de net
afgebouwde boerderij in Stakenborg wonen.
Wupke woonde nog thuis, evenals Karsien. Eppie woonde en werkte bij haar zuster
Leentje. Eind 1918 trof de eerste ramp de familie Remmers. Jantien Draaijer
stierf op 6 november aan de Spaanse griep.
De kleine Fokko, nog geen 2 jaar oud, bleef moederloos achter. Hij werd
liefdevol opgevangen in het grootouderlijk huis in Vlagtwedde en zou daar
blijven tot Derk hertrouwde.
5 maanden later volgde de volgende ramp. Hero verongelukt dodelijk in
Valthermond toen hij een stoomlocomobile trachtte te herstellen.
De Telegraaf 17-04-1919
Wupke en Frits Koolhof steldenhun bruiloft enkele weken hiervoor uit.
Het loondors bedrijf werk opgedoekt. Het was Hero geweest, die de machines aan
de gang hield. Derk was niet geschikt om het bedrijf voort te zetten.
4.1. "Derk wil nait" zei de oude FR van hem. De machines
werden verkocht.
In 1919 zorgde de jongste, Eppie, nog voor opwinding. Ze kreeg een dochter,
Eppie, die in het ouderlijk huis in Vlagtwedde werd geboren. Ze trouwde, tegen
de zin van haar vader, met Klaas Weyl en vertrok met man en kind naar Zwolle.
Jantje was met haar gezin naar het verre Amsterdam verhuisd.
We kunnen aannemen dat voor de beide "oudjes", nu over en tegen de 70, een
eenzame tijd aanbrak. Alle kinderen waren het huis uit en een hoop bedrijvigheid
was weggevallen.
Wel kwam Betsie, altijd de steun en toeverlaat van haar
ouders, bijna dagelijks op de fiets naar Vlagtwedde om te helpen.
Er werden in de volgende jaren volop kleinkinderen geboren, in de jaren '20 en
'21 kwamen er maar liefst 2 Eppies erbij. De 3 Eppies konden goed met elkaar
opschieten en zagen elkaar veel. De kinderen en kleinkinderen kwamen veel op
bezoek of logeren.
Klik op de foto voor een vergroting
GM in de zomer van 1924, ze was toen 71 jaar oud
FR pasfoto
Toch werd GM in die tijd wat klagerig. Jantje probeerde haar vanuit Amsterdam
wat op te beuren en goede raad te geven:
Amsterdam 29 Dec. 1925
Lieve Ouders
Als U dezen ontvangt zal het wel al nieuwjaar zijn. Ontvangt onze
hartelijke gelukwenschen bij de intrede van 1926, hopende dat 1926 een jaar voor
U mag zijn van gezondheid en geluk, doch van gezondheid bovenal, want er is
niets meer waardevol.
We hopen dat de koude van laatst geen nadeelige gevolgen voor u gehad moge
hebben, 'k Ben blij dat het nu wat luwer is en 'k wou maar dat het van de winter
zoo bleef, al was 't maar alleen voor U.
'k Vrees echter, daar het in Amerika volgens de krant verschrikkelijk koud is.
Negen menschen zijn er reeds van kou omgekomen.
Als 't weer zoo koud mocht worden moet ge flink de kachel stoken turf en kolen
zijn er nog lang na ons, en komt tijd, komt r; Verder moet U het er maar goed
van nemen, flink eten ee warm, verwarmt hel lichaam en blijft U gezond. Ik krijg
eiken morgen ruim *s L melk met twee groote lepels havermout en kook dat
zachtjes een minuut of 10.Dan een beel zout erin en ik heb een mooi bordje
havermout. Heb ik dat op, dan ben ik 1 zadigd en warm voor de heele morgen.
Moeder,als U dat ook eens deed? U kui j —i- öt-on TT r!0(=n kiezen of tanden
meer he]
Kom probeert 't eens en 'k denk dat 't U wel bevallen zal. Als U goed
zorgt
voor best eten voor je beidjes, kunt ge nog lang mee en dat zouden we
allen
graag hebben. Als Betsie niet weg kan om 't weer of zoo, waarom laat U
zich bij U weg geen anderhalf kan melk of zoo brengen? Dat willen ze toch wel do
f—n zou ik denken en U bent 't noodig. Ik krijg ook eiken dag anderhalf of 2 ka
't kost hier 19 cent per kan. Dat kost het daar lang niet. Was ik maar dich U,
'k zou wel voor U komen zorgen. Nu kan 't echter niet en Betsie kan ook alles.
Dus moet U zelf zorgen dat U genoeg krijgt, warm blijft, en dus gezc blijft. Bij
ons is alles best. Bern. is een beetje Verkouden, doch 't gaat weer over. 't Is
hier stormweer uit 't zuidwesten. Vanmiddag brak hier door storm een heel groote
spiegelruit van wel 150 gl. in een slagerswinkel. Wat strop hè? Hij was er
finaal in zijn geheel uitgewaaid. Nu lieve ouders, we hopen dat U deez' brief in
gezondheid ontvangt. Schrijft U nog eens gauw te Ik zal niet weer zoo lang
wachten hoor. Na hartelijke groeten van Jantje, Bern. en Mien
Jantje
GM leefde zich uit op haar planten en bloemen. Haar huis leek in diè tijdwel op
een bloemenwinkel en haar tuin was een lusthof.
FR was altijd bezig in zijn groentetuin en met zijn vruchtbomen. Hij kon goed
enten. Vaak ging hij nog naar Stakenborg om mee te helpen, maar ook om de boel
te inspekteren.
Hij probeerde er daar nog flink de wind onder te houden.GM ging ook wel naar
Stakenborg om Betsie een paar dagen te helpen met de slacht.
Jantje en haar man kwamen terug uit Amsterdam. Ze wilden in Emmen een huis laten
bouwen om er van hun pensioen gaan genieten. Eerst huurden ze een huis tot het
nieuwe klaar was.
Helaas werd Jantje ziek en ze heeft maar heel kort van het nieuwe huis genoten.
Ze probeerde de ernst van haar ziekte geheim te houden voor haar ouders,
tevergeefs.
Brieven van Jantje Remmers aan haar dochter MvW
Emmen 1 Juni 1933
....Opa van Vlagtvedde kwam j.1. maandag plotseling aanzetten moest eens zien
hoe 't mij was. Moeder was niet meer gerust.
Ik vroeg wie heeft gezegd dat ik ziek was. Maar hij verraadde Mine niet en zei,
je kent Moeder ja wel, als er een poosje iemand niet schrijft, kan zij niet meer
slapen.
Mine vertelde dat gij 't gezegd had. Ik was op en heb toen mijn voorgeschreven
rust niet genomen, zoodat hij vrijwel gerustgesteld oin half 6 met de bus en
tram weer is vertrokken.
Mineke meende jij dat ik de waarheid niet had geschreven, omdat het zoolang
duurt? Volkomen hoor?
Dat het zoo lang duurt, daarover was ook de dokter verwonderd en vreesde al dat
ik chronische bronchitis zou hebben.
Brief waarvan de tekst slecht is (Nog opvragen)
:id Jij;: on cc wat on .ica
ib. Z'o-z do pijnen -/orden v-ind:
2I1QG.L
. D5 :licr2n ~d-v nn:::-;:” ::I:
kuïinen zonnen. I-Iot schijnt dat het zonnen bijzonder jood is
Van „io01- -ij*13 hoerden -,;e ua'b -Jroot vader dier vou .:c;jo:. on
-ic-ur L'-'JL: mijn vulpen ;n var o*jau-:t o -jn leoli jl:o via.:.
WG hebbon direkt een brief -esondon naar Vlagtwedde en vorzocht
• • - f . • L _ ' _ _ _ • _ . _
. ' 11 -! • -«-> •?■>■* •- *- o -y-' ■— •, —^ -t— - *— H TT ^ p o ^ ^ ^ ^ .. f.
niet vertrouwd was en dat hij mooie aansluiting had niet de tram
en lat vol :ot do auto *.*eu ,.al-:n on cjru/Jrjon.
iict.rcu rr.;w.:l .li/on or -r. - u:--’ «*.•.' aanotaj.en, rz.z
oor fiots -laar r31 govedon, dit i do bus naar hier.
T-Tn 1
voor na/r.i 7*10 uur woor terug mot de bus, w;
t
\
dan om -f 3 uur op Ter Apol en miste dan do aansluiting naar
Vlagtwedde. ¥e zaten daar wel eenigsins over in, hij natuurlijk niot het minste.
3-eluiclcig kwam- d-radus en Mien later nog met een auto van Bot ’filken. Hij is
toen daar ingestapt en deze hebben hem op tijd weer naar Ter Apel gebracht. Hij
heeft nog een en ander middel aanbevolen voor rhoumatiok en vooral aalsvellen,
Jantje stierf op 12.8.1933 in het Wilhelminaziekenhuis in Assen aan kanker.
Op 27.4.1935 vierden GM en FR hun diamanten bruiloft. De kinderen lieten voor de
gelegenheid een foto maken
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Staand van links naar rechts: Anna Elling, Grietje Remmers, Bernardus van Wijk,
Eppie Weyl, Frederik Koolhof, Herman Wilken, Harmina Remmers, Eppie Remmers,
Karsien Remmers, Gerhardus Wilken,
Johann van Wijk (geen fam. Grietje was bij zijn moeder in Winschoten in huis
geweest), Leentje Remmers, Roelof Dijks, Carel v.d. Leur, Klaas Weyl.
Zittend vlnr: Eppy Dijks, Wupke Remmers, Jaap Dijks, Betsie Remmers, Fokko Weyl,
Eppie Wilken.
Heel veel mensen kwamen geluk wensen, o.a. de dokter. FR zei hem de eerste 5
jaar niet weer te willen zien en dat hij over 5 jaar terug mocht komen.
GM deed per brief verslag aan haar kleindochter Mien van Wijk.
Deze brief moet geschreven zijn vlak na de diamanten bruiloft op 27-4-1935. Zij
was toen 82 jaar oud.
Donderdag den 16 Mei Beste Jan en Mien Eijndelijlc wil ik u even een paar ik wilde u gaarne wel eens vaker berigten maar kan zoo slegt zien. Eindelijk is onze drukte gebeurt daar het hier dan ook heel druk was al de kinderen en kleinkinderen waren aanwezig alleen u beiden mankeren dat ons vrezelijk speet. Maar ook regte hadden wij niet mijn liefe Jantje was er niet daar ik-altijd mijn gedagten bij heb van Wijk u vader was ook aanwezig. Wanneer komt nu dan eens bij ons. straks komen de mooije dagen en dan moet het toch eens wezen, ik bedank vriedelijk voor het pakje hoor Mien. Jan de mooije tulpen staan haast in de volle bloei Mién nog hartelijk dank ervoor. De kinderen hebben ons een mooije vloermat gegeven allemaal met elkander uw vader ook wij zijn hier allemaal heel dankbaar voor nu moet. u komen allebeij kijken heeft u vader ook al een huishoudser weer ach had hij zijn arme Jantje gehouden die stumper moet men aklagen ach Mientje als men het van vremden moet hebben dan komt u God te hulp ze doen het om een mooi leven te hebben en om de centen. nu Jan en Mien wij verlangen u eens te zien. Schrij eerst even dan kan ik er een beetje naar hebben. Hoe gaat met de ande Heer va d Hove ( hier bedoeld zij A.v.d. Hoeven uit Rotterdam, de vader van Jan v.d. H.). Kom hij ons nog eens opzokken vant zomer wij hadden het heel graag. Wilt u nu even terug, schrijven wanneer u komt nu daaag Groma en Gr vader tot ziens Nogmaals de hartelijke Groete |
Werk
Uit alle overgeleverde verhalen blijkt dat er veel en hard gewerkt werd door de
familie
4.1. De oude FR wist van geen ophouden. Vaak moesten zijn dochters nog op
zondag naar het land om allerlei werk te verrichten.
Alles werd aangepakt, waarin men brood zag. '
GM werkte op de boerderij van haar ouders voordat zij trouwde.
FR werd in ca.1862 in de kost gedaan bij de Duitse blikslager Kolschosz (juiste
spelling niet bekend) in Boertange. Hij werd er opgeleid tot een goed vakman.
Hij zou bij K. gebleven zijn tot zijn huwelijk in 1875, dus in totaal ca. 13 jaar.
Toen GM en FR in 1875 trouwden vestigden zij zich in Vlagtwedde in een oud
huis tussen de huidige Wilhelminastraat en de toenmalige Ruiten Aa (nu
Veelerdiep).
Er hoorde een stuk land bij, dat gebruikt werd voor het verbouwen
van gewassen en het houden van dieren
9. Het was een boerenbedrijf, zoals ieder
dat had. De dokter, de dominee, de burgemeester waren ook boer. Het was geen
hobby, maar noodzaak.
9. meent dat FR vanaf 1875 in dit oude huis zijn beroep van
blikslager uitoefende. Maar hij kreeg er pas in 1880 officieel vergunning voor.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting Links vergunning. Rechts: notitie
van Fokke Remmers in een notiteit. Volgens overlevering vlak na zijn huwelijk "Porselein
aan elkander te zetten bestaat uit een mengsel van ongebluschte kalk en eiwit of
zoals de Cienezen doen met fijngest... glas dat vooraf 5 tot 6 minuten in water
gelegen heeft en eiwit".
Landuitbreiding kwam tot stand door het verkrijgen van de Weite, een stuk land
tussen de Provinciale weg naar Boertange en een oude veendijk, die er nog ligt.
Waarschijnlijk werd de Weite eerst gepacht (oa van de kerk) en pas later
gekocht. De Weite werd verveend, toen ontgonnen.
In 1891 kocht FR 2 akkers veen in het Lutkeveen, sektie H der gemeente
Bellingwolde.
9. weet niet wat hiervan de bedoeling was.
Het gezin dreef ook een winkel in grutterswaren. Vanaf welk tijdstip is niet
bekend. Omstreeks 1900 werd deze opgeheven en kreeg de ruimte een nieuwe bestemming
als fietsenwinkel.
Omstreeks deze periode werd de fiets populair en van heinde en verre kwamen er
mensen om
hun fiets door FR te laten nakijken.
Uit Duitsland zelfs kwamen mensen op
fietsen met één klein en één groot wiel. FR bouwde er ook eens zo één. Toen hij
wilde proefrijden verbood hij zijn dochters ernaar te kijken.
Dat deden ze toch
en zagen net dat hij met fiets en al in de sloot viel. De fiets werd
gedemonteerd. Het grote wiel deed nog jaren dienst in het karnapparaat.
FR ging fietsen repareren, verkopen en later produceerde hij ook onderdelen
Nota s F. Remmers. De nota rechts is afkomstig van de website
https://mlagerwerf.wordpress.com/
Werk 2
De kinderen doorliepen allemaal de openbare lagere school van Vlagtwedde en
kwamen daarna thuis om in het bedrijf te werken.
10.1. De kinderen mochten later worden wat ze wilden, maar het bedrijf ging voor
en als ze niet wilden doorleren moesten ze thuis blijven, want duvelstoejager
voor een ander worden was er niet bij.
Van de mogelijkheid om elders een opleiding te volgen hebben alleen Jantje en
Grietje gebruik gemaakt.
Een opleiding volgen was kostbaar. Weliswaar werden overal in het land goede
scholen opgericht, maar Westerwolde was een geïsoleerd gebied. Studeren betekende dus het huis uit moeten en elders in de kost gaan.
Hero en Derk werden opgeleid in het bedrijf van hun vader.
Fokke Remmers was in die tijd behalve boer ook koper-, blik- en zinkwerker,
fietsenmaker en smid,
Hij verkocht en repareerde
fietsen en kachels, produceerde fietsen en waterpompen en trok kiezen.
Bewaard bleef een
klein notitieboekje van hem, waarin hij allerlei recepten voor grondstoffen
opschreef.
Fokke Remmers (oudste zoon van Derk Remmers) schreef een korte inleiding in
1986.
Ook is bewaard een contraboekje van firma Bosker in Winschoten. Hij kocht daar
zaken die hij nodig had voor zin werkzaamheden.
Winschoter Courant 05-10-1913
Ook zijn eigen boekhouding bleef voor een deel bewaard.
Hieronder een pagina uit de boekhouding van 1912 met de uren dat zijn
dorsmachines werden verhuurd.
Hij ging zijn waren altijd lopend afleveren. Zelfs toen er later een tram was,
nam hij hoogstens een enkele reis. Zo liep hij geregeld met pompen op zijn rug
naar
Nieuweschans.
5.1. De boeren in Westerwolde kenden hem allemaal.om zijn vakmanschap en vindingrijkheid.
In 1910 werd het
land in Stakenborg gekocht. Een gedeelte ervan werd door de familie ontgonnen,
de rest door beroepskrachten.
Vanaf ca. 1912 ging men zich bezighouden met de verhuur van stoomlocomobiles en
dorsmachines. De familie heeft 2 van beide machines in bezit en bedrijf gehad.
Werk 3
3 Remmersen met één van hun dorsmachines op de foto. Geheel links
misschien de oude FR, in het midden Hero Geert? Ook zoon Derk zou er op staan?
Rechts een bericht uit de Winschoter courant van september 1909
Klik op de linker-afbeelding voor een vergroting
9. Het werkvolk bestond uit 1 machinist, 1 stoker, 1 insteker, 1 lossnijder, 1
kafdrager, 1 zakkenvuller, 2 korendragers, 1 waterdrager, 1 naaldsteker, 1
draadbinder, 2 stroodragers.
Het loon was 25 cent per uur voor de machinist en 15
cent voor de anderen. De drager kreeg 10 cent per uur. Het verzetten van de ene
boer naar de andere gebeurde de paarden van de boeren.
Tevens moest ik (9) dan
met onze paarden ook steeds paraat zijn, want het gebeurde zeer vaak, dat '
vreemde paarden naast mekaar niet willen trekken, want die dingen gingen zwaar
in die modderwegen.
De oude Remmers ging de boeren langs om opdrachten voor de dorsmachines te
verkrijgen. Ze waren de eersten in de streek, die gingen loondorsen. Ze
bedienden half Westerwolde. Als er niet gedorst werd, gingen de stoomlocomobiles naar het veen.
Hero was degeen, die de machines aan de gang hield. Derk
was machinist.
Veilig waren deze machines niet.
9. In het voorjaar van 1916 of '17 waren we aan het baggeren. Toen kregen we
daar op 't land bezoek van een veenarbeider uit 2e Exloërmond met het bericht dat
Hero zijn arm had bebroken.
Dit was gebeurd met een riem van de baggermachine,
waarop hij werkte. Vader is toen om half vier van hier lopend naar de plaats van
het ongeluk gegaan.
Hij was 's nachts om 4 uur weer thuis. Ook gelopen. Toch wel 50 km samen en dat
op een leeftijd van 70 jaar.
4.4. Derk als machinist maakte ooit eens de veiligheidskleppen vast van de
stoomlocomobile om meer druk te krijgen.
Meer prestatie meer geld. In dit geval resulteerde dat in het wegknallen van het
peilglas, waarbij Derk nog
net de dans ontsprong.
Pienus zei: "vergelijk het maar met de Onedin-Line, dan ben
je er het dichts bij'". Als het goed ging verdiende het aardig, als het verkeerd
ging waren de rapen gaar.
Er zou eens, wie toen de machinist was weet ik niet,
een hele dorsmachine in de hens zijn gevlogen, doordat de poelie aan het stroo
langs draaide. Ook zou er eens een arbeider in het gat, waarin de schoven
gegooid werden zijn geraakt. Hero moest toen schoonmaken.
Werk 4
In de krant kwam zo iets persé niet.
Het was moeilijk werk en de mogelijkheden waren gering. Hero en Derk hadden
verschillende karakters, die botsten. Hero overheerste nogal.
Derk zette zich te
weinig in volgens zijn vader. Derk heeft er waarschijnlijk de brui aangegeven.
Hij werd machinist op
de stoomtram in Winschoten en trouwde met Jantien Draayer.
Op Stakenborg waren eerst de schuren gebouwd en toen het woonhuis. Hero trouwde
begin
1918 met Johanna de Groot. Het jonge stel ging op de boerderij wonen. Met behulp
van
landarbeiders werd de boerderij bewerkt.
Op 12.4.1919 verongelukte Hero dodelijk toen hij een stoomlocomobile in het veen
in Valthermond trachtte te repareren.
De Telegraaf 17-04-1919
Fokke Remmers was toen al bijna 72 jaar oud. Het was Hero geweest, die de
machines gaande hield. Hij besloot toen de dorsmachines te verkopen aan de
Dorsvereeniging te Roswinkel.
Deze dorsmachines werden uit Duitsland geïmporteerd door een importeur uit
Groningen. Ze bestonden uit een dorskast, welke het koren schoon in de zak
leverde, getrieurd en zonder zand en onkruidzaden.
De 8 pk sterke locomobiles
waren van Lanz te Mannheim. De stroo-persen werden gemaakt door Moed en Veenstra
te Winschoten.
Karsien besloot boer te worden en ging samen met zijn zuster Betsie op de
boerderij wonen en werken. Hun vader kwam er nog dikwijls om de boel te inspekteren en
mee te werken FR werkte in Vlagtwedde door op eigen land en in eigen bedrijf.
Toen hij al 80 was maakte hij nog uit een paar erfbomen een wipkar en ook zijn
eigen zelfgesmede grafhek.
Toen zijn oudste kind Jantje in 1933 stierf maakte hij op 86 jarige leeftijd nog
een gesmeed grafhek voor haar.
Zijn hele leven heeft hij hard gewerkt en dat deed hij tot zijn eind.
Hij stierf op 13.10.1941 op 94-jarige leeftijd.
Fokko Remmers had in 1919 voor f 24,- rechten gekocht op de begraafplaats in
Vlagtwedde voor 6 graven.
Boedelverdeling na het overlijden van Fokke Remmers in 1941
De Weite
Het gezin had, naast de tuin bij het huis in Vlagtwedde, nog een stuk land. Dit
ligt aan de Provinciale weg naar Boertange. Waarschijnlijk beschikten ze al in een
vroeg stadium hierover, en werd dit eerst gepacht, o.a. van de kerk.
9. De ligging van het eerst gekochte stuk land, waar vader de watermolen op
bouwde, was in die tijd ontzettend nat. Dopheide, buntgras en allerlei
waterplanten, alsmede veenmossen tierden er welig.
Grote troepen korhoenders,
patrijzen, hazen en adders behoorden tot de fauna.
Het land zag er ongeveer uit zoals onderstaand schetsje.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
9. In dat z.g. g. gliegat groeven we turf, z.g. gliedekluiten.
Ulitstekende brandstof, kon bijna voor
steenkool doorgaan. De bovenste lagen leken voor turf minder geschikt en daar
maakten we bagger van.
Dat veen of modder werd in een grote platte bak gespit, rijkelijk vermengd met water
en dan met laarzen aan er zo lang in trappen, totdat het een taaie smeuige modder
was.
Vervolgens werd het op een vlakke grond geschept en omgeven door
schutplanken of schotten ter drogïng gelegd. Na eenige tijd werd het met een
scherpe vlakke spade in repen, dan in blokken en dan weer in de z.g. baggers
gestoken.
De molen stond er nog, toen ik nog in de laagste klas op school ging. Mijn zusje
Grietje moest daar toen op de koeien passen. Als vriendje had ze toen in de
schoolvacanties een Albert Teijen, de latere directeur van de Postgirodienst in
Utrecht. Hij was ongeveer zo oud als ik.
De wieken van de molen dreven 2 opstaande pompen aan met een diameter van ca. 20
cm. Wanneer er een matige wind was, dan waren de sloten in een ogenblik droog. Dan
kon na eenige dagen het moeizame ontginnen beginnen
Ik denk dat Jantje in haar
jeugd wel heeft meegeholpen aan de ontginning an ’t land in de Weite. Toen ging
dat weer anders, want schijveneggen waren er toen nog niet. Eerst werd de heide
geploegd, indien mogelijk iets dunner.
Dan werden de heidezoden met een "hauwe",
dit is een iets kleine schoffel- =1, die gebogen op een steel wordt gezet.
Met zo'n werktuig werden die heidezoden stuk geslagen tot kleine kluiten. Na
eenige malen eggen werd zo'n stuk land dan iets dieper geploegd. Na enige eggen en
verkruimelen kon dan gezaaid en gepoot worden.
Op de Weite werden o.a. koeien geweid.
9. In de zomer ging m’n zuster Elizabeth met een grote bus voorop de fiets de
melk dan naar huis vervoeren. Maar ze verkocht er onderweg soms ook nog van. In
deze bus ging ca. 30 L melk. Het voorwiel van de fiets was zeer sterk gebouwd.
Dit
melken gebeurde 2 x per dag. Na het overlijden van FR en GM ging de Weite "naar de
meisjes". Volgens de boedelscheiding van 19.8.1942 was het toen ƒ 11.500 waard.
C.v.d.Leur,dus Grietje, kreeg er geld voor in de plaats: ƒ2300.
Al na een jaar werd Wupkes deel aan R. Dijks verkocht, jaren later het deel van
Mien van Wijk aan Jaap Dijks. Ongeveer 10 jaar geleden (ca. 1976) wist Jaap Dijks de pachter
in de sanering te krijgen.
Het land kon toen vrij van pacht van de hand gedaan
worden. Karsien had erg graag gehad dat Jan en Dina het kochten. Maar die vonden
dat ze al genoeg land hadden. Het is aan een boer uit de buurt verkocht.
Dit ging Karsien zeer aan het hart.
De boerderij in Stakenborg
In 1910 kocht Fokke Remmers ongeveer 20 hectare heideland
van Hesse in Ter Apel.
9. De grond bestond uit gewone heidegrond, d.w.z. gewone zandgrond met bovenop
een laagje heidehumus. Alleen dichtbij huis was 2 hectare laagveen, z.g. gliede.
Hieruit hebben we in oorlogstijd uitstekende brandstof gekregen, toen dit
perceel werd ontgonnen.
Het land te Stakenborg is niet allemaal door eigen familie ontgonnen, maar wel
datgene wat mooi effen was. Dit heideland werd eerst omgploegd met een zeer
scherpe ploegschaar en dito schijf.
Dan moest het een jaar blijven liggen, alvorens
het met een schijvenegge kon worden bewerkt. Eerst dagelijks over de ploegvoren,
dan in de lengte en daarna eenige keren met een zware eg heen en weer.
Zwaar werk voor de paarden en jezelf.
We hebben ong. 3 hectare door de Heide Mij. laten ploegen met een ossenploeg,
getrokken door
6 ossen. De ploeg ging 60 cm diep. Je kan je niet voorstellen hoe langzaam dat
ging. Ze zijn met die 3 hectare 4 1/2 week bezig geweest.
Ze begonnen 's morgens om 7
uur en 's middags een uur rust tot 5 uur. De bezetting bestond uit 2 man: een ploeger en een drijver. De laatste sloeg de gehele dag met
de zweep op de ossen.
Maar de dieren trokken er zich weinig van aan, want hun
huid was zo gepanserd door al
die slagen dat ze leek op het vel van een krokodil.
En verder heb ik nog heel wat laten ontginnen door de werkverschaffing, ook
onder leiding van de Heide Mij.
Later is er nog een stuk bijgekocht van Waarsing- Trenning uit
Veenhuizen, tussen Onstwedde en Stadskanaal. Dit perceeltje
ligt achter het huis Nobbe, en loopt tot ongeveer 400 meter naar achteren.
1.1. Gedurende de eerste jaren werd het land bewerkt vanuit
Vlagtwedde. Er werd eerst alleen maar een schuur gebouwd. Het woonhuis kwam
pas in 1918 klaar. De boerderij werd gebouwd
door G. de Ruiter.
De oude Fokke Remmers ging er nog al eens
naar toe om te helpen met de bouw.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Hero trouwde in 1918, juist toen het huis af was. Hij ging er samen met zijn
vrouw Johanna de Groot wonen. Hero verongelukte op 12 augustus 1919. Johanna verliet toen de boerderij.
Karsien en Betsie betrokken de boerderij om deze te bewerken.
FR vond dat nu al zijn kinderen middelen van bestaan hadden,
zodat de boerderij naar Karsien kon.
De boerderij werd op 29 oktober 1919 op Karsiens naam geschreven.
Karsien zou gedurende 26 jaar de boerderij bewerken. Hij werd bijgestaan door 2
inwonende knechts,
Geert Grijze en Mans Staal en door de uitwonende arbeider Geert Arnoldus.
De laatste heeft ongeveer 25 jaar in Stakenborg gewerkt.
Betsie heeft zeer hard gewerkt. Ze deed het huishouden, onderhield de moestuin,
hielp het vee verzorgen, hielp mee op het land en zorgde voor de logé's.
Daarnaast hielp ze bijna dagelijks haar ouders. Ze ging dan op de fiets naar
Vlagtwedde met van alles en nog wat.
Het land bestond vooral uit hooien weideland. Verder werd er rogge, haver,
bieten, boerenkool en aardappelen geteeld.
De oude FR werkte vaak mee, vooral bij het herstellen van gebroken of versleten
gereedschap.
In de vakantie kwamen heel wat familieleden logeren. De neven en nichten bewaren
daar de allerbeste herinneringen aan.
Op 24.3.1943 trouwde Karsien met Jaapkina Mik. Betsie ging toen voorgoed in
Vlagtwedde wonen in het huis van haar ouders.
Op 8.11.1944 werd Weertdina Geppiena Remmers op de boerderij geboren.
Betsie stierf op 28.4.1947. Karsien en Jo besloten toen naar Vlagtwedde te
gaan.De boerderij werd verpacht.
Op 24.4.1970 trouwde Dina met Jan Kruize, juist toen de pacht afliep. Dina en
Jan knapten het huis op en betrokken de boerderij. Hier werden hun 2 kinderen
Jaapkina Harmina (8.5.1971) en Jarke Karsien (13.5.1974) geboren.
Het bedrijf staat nu (1986) op naam van Jan en Dina. Ze hebben er nog zo'n 10
hectare bijgekocht Het is nog steeds een gemengd bedrijf.
links: Geert Arnoldus me en kind.
Uit een brief van hem aa sien en Jo van jan.1955. woonde toen nog op de Pa "Vaak
dwalen wij nog met gedachten terug naar het den, telkens als wij Sto Boerderij
voorbij gaan k steeds een aangename Her naar boven, al is de wer veel veranderd,
al is al weelde geworden, wat vro arm was, om ons toe, toe ik niet, wij doen
liever mee, wij houden ons liev bij onze oude momenten. En op deze manier zullen
verder gaan, vertrouwend we steeds nog, met onze < getrouwe werkgever, en z
vrouw en kind op goede voet mogen verder gaan.
En nemen dan afscheid, met de wensch, kom eens, een keer, op een dag, bij ons.
Vriendelijk Hoogachtend.
Uw oude Arbeider
Geert Arnoldus en Vrouw, Kinderen en Kleinkinderen."
Jarke in de stal, nov.1985
zomer 1985 bezoek uit Tasmaniê vlnr: Jarke, Eppie, Dina en Jan
Kleinkinderen en achterkleinkinderen
Tijdens hun leven hebben Geppien Moorlag
en Fokke Remmers 21 kleinkinderen (nr. 22, Dina Remmers werd in 1944 geboren) en
3 achterkleinkinderen gekregen.
Beiden waren ze enthousiaste grootouders, vooral Geppien.
Het eerste kleinkind, Mien van Wijk, werd in 1906 geboren.
1.1. Mien van Wijk was buitengewoon op haar grootmoeder gesteld en omgekeerd.
Tot op hoge leeftijd en toen ze nog maar heel slecht zag, heeft GM lieve,
roerende brieven aan haar oudste kleindochter geschreven.
Op haar grootvader was
1.1. vooral heel trots, op alles wat hij gepresteerd heeft, al geneerde ze zich
nogal, omdat hij zo pro Duits was.
1.1. heeft veel bij haar grootouders gelogeerd en had daar de allerbeste
herinneringe aan. Grootmoe placht haar een gulden te geven, als ze kwam.
1.1.leverde ook de eerste 3 achterkleinkinderen, waarvan ze er 2 zeker nog
gekend hebben.
1.1.1. Ik was nog heel klein, ik moet 3 jaar oud geweest zijn, toen er met veel
tam tam aangekondigd werd dat ik mijn overgrootouders ging bezoeken, die heel,
heel oud warer Toen dacht ik nog dat hoe ouder je was, hoe groter je was.
Dus
verwachtte ik 2 heel lange mensen te zien (en ik was al heel wat gewend op dat
gebied). We liepen het tuinpad in Vlagtwedde op. Er kwam een heel klein, krom
vrouwtje op me af. Teleurgesteld riep ik met harde stem: "Maar overgrootmoeder, wat
bent U maar klein."
GM antwoordde lachend "Ik val heur tegen, ik val heur tegen." Haar stralende lach is me altijd bijgebleven. Overgrootvader viel me ook tegen.
We zaten thee te drinken in de kamer toen hij gehaast binnenkwam. Ik vond hem ook
klein en bovendien vuil. Hij kreeg thee en toen deed hij iets, dat een
onuitwisbare indruk op me maakte. Hij goot zijn hete thee op zijn schoteltje en dronk
het op. Zoiets had ik nog nooit gezien. Later wilde ik het thuis vertellen, maar mijn moeder snoerde me de mond, daar mocht ik niet over praten. Daarom heb
ik 't waarschijnlijk zo goed onthouden. Overigens kan ik mij niet herinneren dat
hij enige aandacht aan mij schonk.
Alle ondervraagde kleinkinderen, behalve Dina, hebben hun grootouders goed
gekend. Zij denken allen met de allergrootste genegenheid aan hun grootmoeder
terug. Aan hun grootvader hebben zij ook goede herinneringen.
De kleindochters
zijn positiever over hem dan de kleinzoons. Een aantal kleinzoons stoorden zich
aan de wijze, waarop Karsien beandeld werd (hij moest zich wassen, na het
gebruik van scheerzeep, zijn motorfiets verstoppen, e.d.) of vonden dat hij zich
onnodig onvriendelijk gedroeg.
De meesten logeerden regelmatig in Vlagtwedde, maar vooral in Stakenborg.
Het derde kleinkind, Fokko Wilken (1915) heeft zijn grootouders niet alleen heel
goed
gekend, maar ook nog een hoop gemak gehad van de goede naam van zijn grootvader.
5.1. Als jongen van 18 jaar werkte ik bij een schilder te Ter Apel en dan gingen
we wel naar Westerwolde om boerderijen te schilderen. FR kenden ze allemaal om
zijn vakmanschap en vindingrijkheid.
Hij (FR) deed veel zaken met Oskar Keip in
Groningen. Dit trok, omdat dit ook een Duitser was. Deze firma is uitgegroeid
tot een groot bedrijf. Ik heb er plm. 30 jaar voor gewerkt.
Het vierde kleinkind, Fokko Remmers, (1917) verloor zijn moeder aan de Spaanse
griep. Hij werd liefdevol opgenomen in het grootouderlijk huis in Vlagtwedde.
Hij bleef er tot
zijn vader hertrouwde. Grootmoe Eppie speelde als een jonge moeder met hem.
4.1 Tegen Sinterklaas dachten de ooms en tantes wel eens dat de goedheiligman
op straat langs het huis liep. Van schrik kropen Fokko en grootmoe dan onder tafel
om zich te verbergen.
Een keer kroop de kleine Fokko al spelend onder de tram.
Net voordat de tram zou gaan rijden wist iemand de conducteur te waarschuwen.
Voortaan werd Fokko aan de middelste boom voor het huis met een touw
vastgebonden.
Grootvader FR vond ook dat hij een bijzondere band met deze
kleinzoon had, omdat hij de enige was met de zelfde naam. Daarom wijdde hij hem
in in allerlei beroepsgeheimen. Ook bood hij deze kleinzoon het huis in
Vlagtwedde aan, om later in te wonen.
4.1. sloeg dit aanbod af, omdat hij zich
niet aan het Noorden wilde binden.
Het vijfde kleinkind, Herman Wilken (1917), herinnert zich grootmoe als de
goedheid zelve en opa als een goede, maar enigszins strenge man. Hij was goed
thuis in de planten- en dierenwereld. Hem niet bekende planten determineerde hij mbv
een oude flora.
Toen hij niet meer redelijk kon lezen kreeg Herman de flora.
Gevonden voorwerpen, zoals oude spijkers en andere in zijn ogen nog bruikbare
materialen nam hij mee naar huis.
Het zesde kleinkind, Eppie Weijl (1919), werd in het oude huis in Vlagtwedde
geboren. Ze logeerde er later nog vaak.
10.1. Het huis was gezellig. Je voelde je er beschermd. Het huis kwam als het
ware ware om je heen. We zaten in de zitkamer, opa en grootmoe elk aan een kant van
de kachel, de anderen er in een kring omheen.
Overal waren bloemen in huis. Een bloemist zou
er jaloers op worden. De tuin stond ook vol bloemen. Voor het huis stonden oude
bomen, in de tuin vruchtbomen. Huis en tuin waren een weldaad. Grootmoe kon heel
goed koken. Grootmoe werd nooit kwaad, wat je ook deed.
10.1 sloot haar wel eens op in de kelder. Zelfs dat maakte haar niet boos.
In latere jaren werd er kennelijk minder in Vlagtwedde gelogeerd. Maar het er
regelmatig op bezoek gaan ging door. De kinderen, zoals Mine, namen de
logeerpartijen voor hun rekening. Vandaar uit konden de familieleden op bezoek
in Vlagtwedde.
Betsie en Karsien op hun boerderij in Stakenborg waren bijzonder gastvrij.
10.1 Betsie was dé tante voor alle neefjes en nichtjes. Op haar kamer stond een
kastje waarin ze kleine geschenken voor de kinderen bewaarde, zoals een appel of
een kaatsbal. Op de boerderij konden de kinderen naar hartelust spelen en
kattekwaad uithalen.
5.2. Bij oom Karsien op de boerderij mocht ik eens, na veel aandringen
mijnerzijds, de geboorte van de biggetjes bijwonen. Helaas gebeurde dit 's
nachts, ik kon mijn ogen nauwelijks open houden. Veel heb ik er dus niet van
gezien. Maar ik wist vanaf die nacht wel dat de biggetjes niet uit de bek van de
"mot" (het moederdier) kwamen, zoals ik altijd meende.
5.2. Bij oom Karsien en tante Betsie waren we dikwijls met meerdere neven en
nichten op vakantie. Bij warm weer gingen we stiekum zwemmen in het achter het
land liggend kanaal (grens met Duitsland), spiernaakt en gemengd.
Eppo Koolhof herinnert zich vooral al het kattekwaad, dat hij met neefjes
uithaalde.
7.2. We maakten keurige pakjes van stro en pakpapier er om heen, met een touw
eraan.
We zaten dan achter de bosjes te wachten tot er iemand stopte om het op te rapen.
Als de vinder zich dan bukte trokken we het pakje weg. Dat liep zo goed, dat we
het nog weer anders aanpakten.
We maakten mooie pakjes met stront erin en dan
zonder touw.
De vinders stopten en raapten het op, om het vervolgens zorgvuldig tussen 2
verse broodjes in hun fietstas te stoppen.
De familie uit Zwolle kwam elk jaar in de zomervakantie in Vlagtwedde en op "Stakenborgh"
te logeren.
10.2. Achter de boerderij groeiden veel lijsterbessen. Tante Betsie
waarschuwde ons
steeds niet van de "liesterknallen" te eten, omdat wij dan ziek werden. Eveneens
achter de boerderij was een lange paal, horizontaal op een as, met kamwielen
gemonteerd, (eer soort dorsmachine?).
Wij mochten er niet aankomen, omdat er-
volgens tante Betsie- eer dikke hond onder zat.
10.2. Als kind van ongeveer 6 jaar zou ik van oom Karsien een pas geboren biggetje
meekrijgen naar Zwolle. Toen ik vroeg hoe ik die dan moest meenemen, zei hij, "in
de matrozenmuts".
Bij ons vertrek had ik niet meer aan mijn big gedacht. Echter toen we dicht bij
Zwolle waren moet ik huilend hebben geroepen: "Oom Karsien, 'k heb mien wiggie
vergeet'n".
Amusement
Behalve hard werken kon de familie Remmers ook best plezier maken.
Volgens 1.1. kon Geppien Moorlag goed zingen. 9. weet daar niets van, maar hij
heeft 5 moeder uitsluitend zonder tanden gekend en "zonder tanden en kiezen kun
je niet zinger".
Toch werd er, volgens de overlevering, heel wat muziek gemaakt ten huize
van de fam. Remmers. FR hield ervan op een trekharmonika te spelen, de kinderen
zongen er bij. Er stond eer orgel in huis, waar Derk op speelde.
Hero schilderde. In de boerderij in Stakenborg hingen vroeger landschapjes van
hem.
FR
en GM hielden van lezen, vooral de krant. Dan was er een ingebonden jaargang
Duitss tuintijdschriften in huis, waarin FR graag las. Beiden hadden ze grote
belangstelling en liefhebberij in tuinieren.
Beiden zouden ze vroeger geschaatst hebben. FR kon zelf schaatsen maken, want
Herman Wilken heeft het nog op door hem gemaakte schaatsen geleerd.
Ze gingen weleens op visite, maar niet vaak, volgens 9.
GM ging geregeld met haar broer Tole om. Ze gingen ook wel eens uit rijden met
het rijtuig van Tole.
Fietsen hebben ze beiden op latere leeftijd geleerd. FR ging liever lopen,
vooral als het donker was, in verband met de slechte wegen in die tijd. GM kon goed fietsen.
9. Ja, Moeder kon goed fietsen, hoewel ze het zeer laat had geleerd. Toch is ze
eens met fiets en al in een kolk gereden. Die kolk was nog een overblijfsel van
vroegere overstromingen door de Eems in Duitsland.
De kinderen hielden graag dieren.
9. Ik had een hok vol duiven en een hok vol konijnen. Honden en katten waren
verboden in verband met wormengevaar.
Humor in de familie Remmers
Bij het lezen van dit hoofdstukje moet de lezer bedenken dat wat de één leuk
vindt, de ander dit flauw of nog erger vindt.
Bovendien veroudert humor.
De familie Remmers lijkt altijd verzot geweest te zijn op gekke situaties en op "practcal
jokes". Wel is het natuurlijk zo dat deze moeiteloos generaties lang doorverteld
kunnen worden.
Zeker is in elk geval dat de grappen veel duidelijk maken: over de grappenmaker,
over het slachtoffer en ...over de verteller.
Daarom hoort dit erbij.
1890. 4.1. De eerste fiets en het latere karnrad.
Fokke Remmers had 2 rechter handen en dat liet hij zijn omgeving wel zien. Zo
kwam hij op het idee om ook een fiets te maken. In die tijd deed de fiets voor
het eerst zijn intrede in die wereld. Het was de fiets met het grote wiel voor en
het kleine achter.
Toen hij dat ding af had moest er een proefrit gemaakt worden.
Dat moest zo ongezien mogelijk gebeuren. Zo werd er een verbod uitgevaardigd ten
huize van
de famile Remmers: Hij mocht niet worden nagekeken. En dat voor al die dochters.
Hoeveel het er toen waren heeft tante Betsie me er niet bijverteld. Maar wel dat
de proefrit in de sloot langs de weg eindigde. En Fokke had nog net gezien dat hij
toch werd nagestaard door zijn nageslacht. Vol nijd toog hij weer winkelwaards en
demonteerde het vehikel.
De overgebleven onderdelen werd vanzelfsprekend weer
benut. Het grote wiel werd in het karnrad gebouwd. Dat was het aandrijvingsmechanisme, waar een hond inliep om het rad te laten draaien. Aan het
rad zat een krukas, daardoor ging de stamper op en neer.
Tante Betsie heb
ik er in latere jaren er nog boter mee zien fabriceren. Die zelfgemaakte boter ging
dan in een natte houten vorm en was zo smakelijk, dat ik er nu er nog van kan watertanden.
1904. 4.1. Om de hand van tante Jantje.
Het was bedrijvig ten huize van de familie Remmers. Alles zag er proper uit en de
vrouwelijke leden waren erg nieuwsgierig op de komende dingen. Want de vrijer
van ons Jantje zou komen om de hand van zijn geliefde te vragen aan haar ouders.
Ook ging het ons Derk niet mis. Want Pape, zo werd de oude door de kinderen
genoemd, vroeg aan Derk: "Zeg, Derk, zoek jij mij een heel oude smerige broek op
en ook een oude kiel." Dat was koren op de molen van ons Derk.
Hij deed goed
zijn best als nooit te voren. Hij had de zaak door. Tegen de afgesproken tijd,
dat de vrijer Bernardus zou komen, zat ons Pape mooi uitgedost in de kamer
achter een krant, die hij altijd getrouw in die hoek daar las.
Hij was te vies en
smerig om met een tang aan te pakken, zo men wel eens zegt, tot grote ergernis van
moeder en dochters, die zich ellendig schaamden. En zoon Derk had de grootste
schik. De vrijer kwam. Bernardus bleef.
Hij liet zich niet afschrikken door die
ouwe, die daar in vol ornaat zat. Misschien heeft hij zich afgevraagd waar hij
terechtgekomen was, maar hij is wel met zijn Jantje getrouwd. En Fokke Remmers was
er zeker van dat Bernardus het eerlijk met zijn dochter meende.
14-18. 7.2. Deutschland über alles.
FR was zeer pro Duits en heeft altijd de Duitse nationaliteit behouden. Sommigen
probeerden hem over te halen Nederlander te worden, maar dan antwoordde hij (9.) dat
dat ƒ 70, kostte en dat vond hij te duur. 10.1. Hem werd de raad gegeven zich te
laten naturaliseren.
Op zijn vraag waarom, werd hem gezegd dat dat beter zou
zijn i.v.m. eventuele hulp voor zijn gezin. Zijn antwoord was: "Daar zal ik zelf
voor zorgen."
Gedurende de Eerste Wereldoorlog was hij zeer op de hand van Duitsland. Frits
Koolhof probeerde er met hem over te praten. Als antwoord kreeg die "Deutschland über alles." Triomfantelijk riep Frits: "Maar niet verder dan de IJzer, Ouwe."
ca. 1920. 4.4. Van harte gegunde honing.
Mijn moeder vertelde: In die tijd liep het altijd af en aan bij "Olie" Fokke
Remmers. Het huis, waarin Karsien nu woont, maakte toen deel uit van een
boerderij. Achter die boerderij werd in de tuin een bijenstal (iemen) gehouden.
Het wilde zo zijn, dat enige bijenkorven in het najaar "geslacht" (geleegd)
werden, toen ook Jantje en Bernardus van Wijk er logeerden. Van Wijk lustte graag
honing en likte daarvan nogal rijkelijk met een vinger uit de korf, die hij
tussen de benen hield.
De "Olie" had daar veel plezier aan. Echter bleek de volgende dag het gevolg en
de oorzaak van zoveel dingen. Van Wijk had een rijkelijk gesmeerde stoelgang
aan de zo van harte gegunde honing overgehouden.
ca. 1930. 7.2. Zuinige Opa.
Eppo ging als jongen regelmatig bij zijn grootouders op bezoek. Opa was toen nog
steeds aktief in zijn werkplaats. Dat hij toen nog steeds erg zuinig was
bleek uit een plank in zijn werkplaats. Daar lagen altijd 10 gebruikte pruimen
te drogen.
1940. 5.1. De eerste tandarts van Westerwolde.
FR had vroeger van een echte
tandarts geleerd hoe hij tanden en kiezen kon trekken. Hij bezat daartoe ook echte instrumenten.
5.1. In april 1940 waren FR en GM 65 jaar getrouwd. Toen moet hij één glas wijn
gedronken hebben. Ik ben er toen nog op bezoek geweest. Het was in de
mobilisatietijd en ik was miilitair. Alle verloven waren toen al ingetrokken.
Ik kon voor de bruiloft nog 2 dagen
verlof krijgen. De burgemeester en een wethouder van de gemeente Vlagtwedde
waren er ook. FR zei toen tegen de burgemeester dat hij de eerste tandarts van
Westerwolde was.
Had iemand kiespijn, dan werd de kies in de smederij getrokken.
De patiënt moest op de grnd gaan liggen en FR ging dan met zijn knie op de borst
liggen.
1940. 7.2. Lachwekkende situatie.
Gedurende het begin van de oorlog stortte een Brits vliegtuig neer in Blijham,
precies op de kerktorenspits. De piloot kwam daarbij om het leven. Frits en Eppo
gingen kijken.
Op de terugweg gingen ze nog even in Vlagtwedde aan om verslag te
doen. FR vond het zo'n lachwekkende situatie, dat hij bleef lachen.
1935. 10.l. Geen dokter nodig.
Op de diamanten bruiloft kwam ook de dokter feliciteren. Hij zei: "Mevrouw
Remmers, ik ken jullie helemaal niet." Zij antwoordde: "Dat hoeft ook niet. Kom
over 5 jaar maar".
4.4. Turfdief betrapt.
Er werd steeds maar turf gestolen in de Weite. Hero wilde daar een eind aan
maken en te weten komen wie dat deed. Daarom nam hij wat turven mee naar huis,
boorde er gaatjes in en stopte daar kruit in .
Zorgvuldig legde hij de turven
terug buiten aan de stapel. Enige tijd later kwam er iemand om zijn kachel te laten repareren,omdat die ontploft was.
10.1. Als in Vlagtwedde de familie Remmers aan tafel zat kon het gebeuren dat
één van de zoons naar buiten keek en dan b.v. zei: "Wat is dat nu daar?" Dan keken
de andere kinderen natuurlijk ook uit het raam, en dan was één van hen wel zijn
vlees of worst kwijt.
1925. 7.2. Roelf heeft de 100.000 gewonnen.
(Jaloerse?) Derk hield ervan zijn zusters te jennen. Zo beweerde hij altijd dat
Roelf de 100.000 had gewonnen. Leentje ontkende het steeds in alle toonaarden. Ze
antwoordde dan dat je veel geld met een bakkerij kunt verdienen. "Op een stoetje
van 20 cent wordt een dubbeltje verdiend."
Pas geleden. Jantje Remmers. 3 krengige kereltjes.
Toen Hero en Jantje Remmers pas in Westerbork woonden begaf de klok het. Jantje
bracht
hem naar de klokkemaker en ze moest hem haar naam opgeven. "Remmers Remmers..???"
vroeg de klokkemaker."Ja", antwoordde Jantje, "die naam komt uit Vlagtwedde."
Toen wist hij het weer. Hij had indertijd voor de concurrerende loondorser
gewerkt. "Krengige kereltjes, die Remmersen" riep hij hartgrondig. Jantje en
Hero konden er hard om lachen, maar de familie in Roswinkel niet.
10.1. Arme Grootmoe
Grootmoeder was gek met haar bloemen en tuin. Op een feestdag, toen kinderen en
kleinkinderen in Vlagtwedde waren, zou ook even de tuin bewonderd worden. Bij de
rhododendron keek ze heel verwonderd.
"Ik dacht toch dat er knoppen inzaten," zei ze.
Wat was er gebeurd? Kleinzoon Herman had ze er netjes uitgeknepen om er de rest
mee te bekogelen.
1.1.1. Dat meisje lijkt Eppy wel.
Leentje en Roelf besloten op een mooie zomeravond nog een wandeling te gaan
maken in de Emmer Dennen. Aan het begin van een lange boslaan zagen ze aan het eind
ervan een vrijend paartje op een bankje. "Net Eppy", vond Leentje. "Ja", zei Roelf,
toen ze verder waren "dat meisje lijkt verbazend veel op onze Eppy." Ze was het
ook, bleek. Eppy kon nooit om dat verhaal lachen, want het was niet met Roelof,
toen ze op dat bankje zat.
Hield Eppo Koolhof ervan om keurige pakjes met stro of stront voor argeloze
voorbijgangers op straat te leggen, zijn oudere broer pakte het zo aan:
10.1. Folko ging op een avond, toen zijn ouders op visite waren, in de voorkamer
de tafel dekken met het mooie servies, glaswerk, enz. Daarna ging hij naar bed.
Toen zijn ouders thuiskwamen hebben ze alles opgeruimd.
4.1. Siepels
Tante Grietje had eens verkering in Vlagtwedde. Hoe lang en breed heeft ze me
niet verteld. Op een avond zei die snaak tegen haar: Ik kan vanavond niet vrijen, ik heb
siepels gehad. Ze is niet met hem getrouwd.
4.1. Liefdesbrieven
Grietje was verloofd met een Duitse tandarts. Aangezien Pape zich met alles
bemoeide vond het jonge stel het rustiger om in het Frans te corresponderen.
Grietje verstopte vervolgens die brieven op zolder.
Fokko en de jongens Wilken
gingen dan op zoek en probeerden de brieven te vertalen.
1.1. Grietje wilde trouwen met de RK Carolus vd Leur. Daartoe moest ze eerst in
de leer bij een pastoor. Ze paste het geleerde toe en sloeg dus een kruis voor het
eten. Daarna giechelde ze steevast.
4.1. Spanjaard.
C. van de Leur placht te zeggen dat als zijn dochter met een niet RK jonge man thuis
kwam hij hem de benen zou breken. Greetje trouwde met een Spanjaard, Ted Daniels,
zei men in de familie.
Vlak na de oorlog was Ted bijzonder onvriendelijk tegen Fokko
Remmers, omdat hij met een Duitse vrouw getrouwd was. Later had Fokko daar alle
begrip voor.
Ted behoorde tot een afschuwelijk vervolgde bevolkingsgroep. Maar
dat Ted indertijd voor Spanjaard moest doorgaan, daar moet hij nu om lachen.
4.1. Onhandige stalling.
Oom Karsien heeft ook motor gereden. Dat ging heel goed. De motor was van goede
Nederlandse makelij en hij heeft er veel plezier aan gehad. Doch één ding viel
hem tegen en dat was de garage onder het hooi. Want als de ouwe kwam .....
10.2. Tepel.
Na de slacht kregen wij in Zwolle altijd iets toegestuurd. Op een zekere keer was er
een stuk spek bij met nog één tepel eraan. Oom Karsien had in de bijgevoegde
brief geschreven dat de tepel voor "grote Eppie" was.
Mijn moeder heeft hem in een
brief bedankt voor alles, dat hij gestuurd had, tevens dat zij blij was met de
tepel, want dat hij naar moeke kon gaan.
Zoals meestal zijn mensen op hun amusantst als ze doodernstig zijn, zoals
Bernardus
van Wijk, die begrijpt dat hij bij Jantje geen blauwtje loopt. Jantje behoeft de
brieven dus niet terug te sturen.
Uit een brief van 6 aug.1906 : "Krijg ik evenwel geen bericht, dan ben ik
overtuigd dat Ge hiermede genoegen neemt. Ge behoeft natuurlijk mijn schrijven
niet retourneren. Ge kunt ze zo deponeren naast Uw andere stukken van waarde."
of Wupke over de avonturen met haar varken, in een brief uit de herst van 1945
aan
haar zuster Betsie:
"Betsie, alle ziekten zweven op 't oogenblik in de lucht. Ons varken groeit best.
Kuiper had ook een maar die was lang niet zoo dik als onze.
Zij was er zoo blij mee, dat ze beide dikke varkens werden en ik koop er ieder week karnemelk voor.
In de laatste tijd kreeg die van haar ieder keer een plaag, dan sneden ze hem in
't oor en 't ging ook weer over en nu verleden week kreeg hij 't 2 keer.
Nu hebben ze hem zaterdag maar geslacht, anders was hij haar toch doodgegaan. Hij
woog zoowat 160 pond. Het begroote ons zoo van haar.
Nu hebben ze het meel nog.
Nu moet die van ons dat maar opvreten, en dan met een week of 4, als hij door
vreten wil, moeten wij hem maar halen.
Hij groeit nu zoo hard. Gisteren zijn Frits en ik er
heen geweest. Zij willen straks een weer kopen als dat mag, als de winter
voorbij is.
Voor 2 jaar is haar ook een heele dikke doodgegaan. Bij andere
mensen gaan ze ook wel dood. maar het begroote ons toch van haar. maar zij
hebben nu eerst wat.
Ik lustte er niets van, maar dat zeg ik niet. Ben blij als ze mij niets geeft.
Wij moeten onzen nu een beetje in de gaten houden, maar onze is ongeveer 250-260
pond en kan wel meel verdragen en dan karnemelk er op. dan groeit hij ook best.
Wat zullen wij straks dan weer rijk zijn. dan kan ik eens weer lekker eten koken,
elke dag een stukje. Hoor je nog wel eens wat van Grietje? Zij schrijft ons
nooit.
Ik hoop maar dat ik gauw weer bij jou kan komen, ik heb de fiets al in huis
gehad verleden week, maar kon om mijn hals niet komen.
De buren zijn alle zoo
goed voor mij en wat ben ik er al wel kwaad op geweest, hoe kan dat hè? Morgen is Jantje
Moorlag jarig, daar moet ik even heen ..."